Informatie HB-onderwijs
Het hoogbegaafdheidsonderwijs is een voorziening voor leerlingen binnen IKC de Vincent, die vanwege een cognitief talent meer uitdaging nodig hebben en geen passend onderwijs aanbod krijgen binnen het traditionele onderwijs. Het doel is zodanig onderwijs te bieden dat deze leerlingen hun talenten optimaal kunnen ontwikkelen in een veilige omgeving met ontwikkelingsgelijken. Daarbij behoort de missie van ons HB-onderwijs:
‘Bijdragen aan het geluk van hoogbegaafde leerlingen door ze een optimale leeromgeving te bieden met ontwikkelingsgelijken, zodat de emotionele en creatieve ruimte ervaren wordt om zichzelf te ontwikkelen en hun talenten optimaal te kunnen benutten.’
Om aan het geluk van de leerlingen bij te dragen en de leerlingen van de HB-groepen zo goed mogelijk voor te bereiden op het voortgezet onderwijs en de samenleving, wordt er In de HB-klassen onder andere veel gebruikt gemaakt van het compacten en verrijken. De onderwijstijd gaat voor 30% uit naar de kerndoelen en voor 70% van de beschikbare tijd wordt er gewerkt aan het verrijkend aanbod. Dit verrijkende aanbod kan enerzijds het verdiepen van de kerndoelen zijn, anderzijds het verbreden buiten de kerndoelen. Het verschil tussen verbreden en verdiepen is duidelijk aan te tonen. Verdieping sluit aan op de basisstof en het reguliere curriculum en stelt leerlingen in de gelegenheid om in vrijgekomen tijd te werken aan aansprekende opdrachten op hun eigen niveau. Verbreding is een uitbreiding van het reguliere curriculum, bijvoorbeeld door het leren van een vreemde taal of een onderwerp waar de belangstelling van de leerling naar uit gaat.
Hoogbegaafde leerlingen hebben een gunstige omgeving nodig vanuit school, gezin en peers (ontwikkelingsgelijken) om tot leren te kunnen komen (Renzulli). In de HB-klassen wordt aangesloten bij deze omgeving, mede dankzij alle extra activiteiten. Tijdens deze activiteiten werken de kinderen aan complexe en creatieve opdrachten, waardoor zowel hun creatieve brein als cognitieve brein wordt aangesproken. De kinderen doen tijdens deze activiteiten ervaring op die bijdragen aan hun ontwikkeling, zoals het nemen van initiatieven, samenwerken en omgaan met frustraties. Daarnaast wordt aan een rijke omgeving voldaan door bij de extra HB-gerelateerde activiteiten een beroep te doen op ‘het hogere orde denken’. Bij hogere orde vragen en opdrachten zijn voor het antwoord of de uitvoering verschillende vaardigheden nodig: analyseren, evalueren of creëren. Het zijn vragen en opdrachten die zich richten op:
- Het stimuleren van leerlingen om verder en kritisch na te denken.
- Stimuleren van de leerlingen om zelfstandig op zoek te gaan naar informatie.
- Stimuleren van leerlingen om creatief en ‘out of the box’ te denken.
- Stimuleren van het probleemoplossend vermogen.
Lagere orde vragen en opdrachten doen een beroep op onthouden, begrijpen en (deels) toepassen. Het zijn vragen of opdrachten die zich richten op het herhalen en samenvatten van informatie en het begrip van de leerlingen. Het verschil tussen het lagere orde denken en het hogere orde denken is weergegeven in de Taxonomie van Bloom waarin 6 niveaus worden benoemd oplopend in moeilijkheidsgraad: onthouden, begrijpen, toepassen, analyseren, evalueren en creëren. De taxonomie van Bloom werd in 1956 gepubliceerd door de Amerikaanse onderwijspsycholoog Benjamin Bloom en is later door Anderson en Krathwohl (2001) gereviseerd.
Naast de hogere orde denkopdrachten wordt er tijdens de extra HB-activiteiten een aanspraak gedaan op het probleemoplossend vermogen en het leren leren. Hiervoor wordt de leerkuil van Floor Raeijmaekers van het Talentlab in alle klassen gebruikt. De leerkuil is een mooie metafoor voor het leren leren. Het idee van de leerkuil is bedacht door de Engelse filosofiedocent James Nottingham. Hij daagde zijn leerlingen graag uit met een discussie over een lastig onderwerp, waarbij alle fasen van de leerkuil aan bod kwamen. De poster van de leerkuil laat op een mooie manier zien hoe het leren verloopt. Het leren van nieuwe dingen kun je vergelijken met het langzaam in een kuil terechtkomen. In het midden van de kuil staat een muur en deze muur moet gebroken worden om uit de leerkuil te kunnen komen. Hiervoor moeten allerlei vaardigheden gebruikt worden zoals het maken van een plan, om hulp vragen of doorzetten. Als een leerling over de leerkuil heen springt, is hij/zij waarschijnlijk niet aan het leren. Er is geen moeite of inspanning nodig en er zijn geen uitdagingen op zijn of haar pad gekomen. De leerkuil is in iedere klas zichtbaar en wordt regelmatig gebruikt.
Tot slot wordt er tijdens deze activiteiten een beroep gedaan op de executieve functies. Executieve functies horen bij het denkvermogen. Het zijn hogere denkprocessen die nodig zijn om activiteiten te plannen en aan te sturen. De metafoor ‘dirigent’ wordt vaak gebruik om executieve functies uit te leggen. Een dirigent moet meerdere groepen aansturen om er een mooi muziekstuk van te maken. Als er ergens iets mis gaat, is dit te horen in de gehele uitvoering. Dit werkt ook zo in ons brein. Het zijn vaardigheden die nodig zijn om taken uit te kunnen voeren. Executieve functies zorgen voor efficiënt, sociaal en doelgericht gedrag. Peg Dawson en Richard Guare (2009) onderscheiden 11 soorten:
Executieve functie | Definitie |
Responsinhibitie | Het vermogen om na te denken voordat je iets doet, de leerling heeft de tijd om een oordeel te vormen over een situatie en de invloed daarvan op zijn of haar gedrag. |
Werkgeheugen | De vaardigheid om informatie in het geheugen te houden bij het uitvoeren van complexe taken. Belangrijk hierbij is het toepassen van eerder geleerde vaardigheden. |
Emotieregulatie | Het vermogen om emoties te reguleren om doelen te realiseren, taken te voltooien of gedrag te controleren. |
Volgehouden aandacht | De vaardigheid om aandacht te blijven schenken aan een situatie of taak, ondanks afleiding, vermoeidheid of verveling. |
Taakinitiatie | Het vermogen om aan een taak te beginnen, op tijd en op een efficiënte wijze. |
Planning/ prioriting | De vaardigheid om een plan te maken om een doel te bereiken of een taak te voltooien. Het gaat er daarbij ook om dat de leerling in staat is beslissingen te nemen over wat belangrijk en niet belangrijk is. |
Organisatie | Alle benodigde materialen verzamelen en organiseren. |
Timemanagement | De vaardigheid om in te schatten hoeveel tijd er voor een taak nodig is, hoe deze tijd het beste verdeeld kan worden en hoe er een deadline gehaald moet worden. |
Doelgericht gedrag | Het vermogen om een doel te formuleren, dat te realiseren en daarbij niet afgeleid of afgeschrikt te worden. |
Flexibiliteit | De vaardigheid om plannen te herzien als zich belemmeringen of tegenslagen voordoen, zich nieuwe informatie aandient of er fouten gemaakt worden. |
Metacognitie | Het vermogen om een stapje terug te doen om jezelf en de situatie te overzien, om te bekijken hoe je een probleem aanpakt. |
De bovengenoemde vaardigheden zijn aangeboren, maar de denkprocessen zijn nog niet volledig ontwikkeld bij de geboorte van een kind. Ze rijpen tijdens het opgroeien naar volwassenheid. Dit rijpingsproces gaat gepaard met fysieke ontwikkelingen in de hersenen. Het is van belang om de executieve functies te oefenen om deze zo sterk mogelijk te ontwikkelen en om ze te behouden. De executieve functies zijn, zoals eerder benoemd, functies die mensen in staat stellen om doelen te realiseren en het gedrag wat daarbij hoort aan te sturen. Het is belangrijk dat leerkrachten In de hoogbegaafdheidsklassen de leerlingen helpen om de ontwikkeling van de executieve functies te stimuleren. Met verschillende materialen kunnen deze executieve functies getraind worden, zoals de smartgames en de spellen van ‘wijzer in executieve functies’. De laatste spellen zijn in elke klas aanwezig.
Kort samengevat sluiten hoogbegaafdheidsactiviteiten aan bij wat kinderen raakt en motiveert. De kinderen leren leren, worden cognitief en creatief uitgedaagd en maken op veel gebieden ontwikkeling door. Iedere dag zijn er specifieke activiteiten in de klas en deze activiteiten kunnen onderscheiden worden in de volgende onderdelen:
- HB tijd.
- HB-kit.
- Overige HB momenten.